Bijzondere lokale omstandigheden Wet kwaliteitsborging - Lokaal en Regionaal beleid

Lokale aandachtspunten

Wel hebben we een aantal lokale aandachtspunten (een let op-je) waarmee de initiatiefnemer, een bouw professional of een kwaliteitsborger mogelijk rekening mee moet houden bij de ontwikkeling of uitvoering van een bouwplan.

Draagkracht bodem

Via sonderingsonderzoek kan de draagkracht van de bodem worden onderzocht. Uit dit onderzoek kan blijken dat:

• er dieper gegraven moet worden (dieper aanlegniveau fundering op staal), of dat er grondverbetering toegepast moet worden;
• er gekozen moet worden voor een andere funderingswijze, bijvoorbeeld fundering op palen. Met name in het westen van de gemeente Staphorst (het Staphorsterveld), grenzend aan de buurgemeenten Zwartewaterland, Steenwijkerland en Meppel kan het voorkomen dat een fundering op palen nodig is. Het Staphorsterveld is een overgangsgebied waar van oost naar west het veenpakket steeds dikker wordt en aan de westzijde ook klei op het veen is afgezet.

Gemeentelijk riolering: afvoer afvalwater en regenwater of verplichte infiltratie regenwater

Welke voorzieningen moeten er getroffen worden voor het afvoeren van afvalwater en/of regenwater, of moeten er voorzieningen voor het infiltreren van regenwater op het eigen perceel worden aangebracht.

Woningbouw

• Blad/loofscheiders: De verticale regenpijpen moeten worden voorzien van blad/loofscheiders.
• IJhorst: uitbreidingsplan Poeleweg – Pastorielanden: Het betreft een vuilwaterstelsel. Alléén het huishoudelijk afvalwater mag worden afgevoerd op het gemeentelijk riool. Het regenwater moet volledig op eigen perceel geïnfiltreerd worden (inclusief zandvang en bladvang).
• Staphorst De Slagen 2: Het betreft een vuilwaterstelsel. Het huishoudelijk afvalwater mag alléén worden afgevoerd op het gemeentelijk riool. Regenwater moet met een regenwaterberging door middel van infiltratiekratten (10mm/m2) op eigen perceel (in de voortuin) geïnfiltreerd worden met overloop(kolk) richting rijbaan.
• Rouveen Zuid: Alléén het huishoudelijk afvalwater mag worden afgevoerd op het gemeentelijk riool (vuilwaterstelsel). Regenwater aansluiten op de regenwateruitlegger (op deze regenwateruitlegger is straatkolk aangesloten deze fungeert als overloopput). Het is toegestaan om een infiltratievoorziening (niet verplicht) in eigen perceel te plaatsen, tussen de regenpijp en het aansluitpunt.
• Inbreidingslocaties: Voordat met het leggen van de huisriolering wordt begonnen dient contact te worden opgenomen met het team Openbare Werken, telefoonnummer (0522) 46 75 36.

Bedrijventerrein

• Blad/loofscheiders: De verticale regenpijpen moeten worden voorzien van blad/loofscheiders.
• Ontlastputten: Bij het gebruik maken van vacuüm regenwaterafvoersystemen (bijvoorbeeld pluvia, vacurain) op eigen terrein voldoende ontlastputten toepassen.
• Staphorst de Esch 4: Het betreft een gescheiden stelsel van vuilwater + infiltratieriool. Dit betekent dat afvalwater via een aparte leiding én het regenwater van het dak in combinatie met eventuele straatkolken in de terreinverharding via aparte leiding geloosd moeten worden.
• Staphorst Bullingerslag: Het betreft een gescheiden stelsel van vuilwater + infiltratieriool. Dit betekent dat afvalwater via een aparte leiding én het regenwater van het dak in combinatie met eventuele straatkolken in de terreinverharding via aparte leiding geloosd moeten worden.

Aansluiting gasnetwerk

Als gevolg van de wet VET (Voortgang Energie Transitie), mogen nieuwbouwwoningen niet meer op het aardgasnetwerk aangesloten worden. Door de gemeente Staphorst is bepaald dat voor alle percelen langs de Oude Rijksweg/Gemeenteweg en de gebieden Slagen fase 1 en IJhorst-West fase 1 (De ‘Ywehof’) binnen een gebied vallen waar wél op het gasnetwerk aangesloten mag worden. Meer informatie

Graafwerkzaamheden

Gaat u (laten) graven met een machine? Voordat met graafwerkzaamheden begonnen moet er uiterlijk 3 werkdagen van tevoren een KLIC-melding worden gedaan. Na de melding ontvangt u kabel- en leidinginformatie van de plek waar u gaat graven. U gebruikt deze informatie om graafschade en gevaarlijke situaties te voorkomen. Een melding (oriëntatieverzoek of graafmelding) kunt u doen via de website van het Kadaster.

Ontgraven van grond direct naast een fundering op staal

In geval van ontgraven (direct) naast een bestaande fundering (op staal), dient men er alert op te zijn dat de draagkracht van de bestaande fundering afneemt. Hierdoor kunnen ongelijkmatige zettingen optreden.

Tijdelijk bemalen (onttrekken grondwater)

Als aanvulling op art. 7.16 Bbl dient er tevens aandacht te zijn voor:

• Wanneer voor (bouw)werkzaamheden de grondwaterspiegel verlaagd moet worden. Is er voor het onttrekken van grondwater en het lozen van het opgepompte water op de riolering of sloot toestemming nodig van het Waterschap. De bemalingswerkzaamheden kunt u melden of aanvragen bij het Waterschap Drents Overijsselse Delta, afdeling Vergunningen via vergunningen@wdodelta.nl of telefoonnummer 088 - 233 12 00.

Maken van ondergrondse bouwconstructies

Door onbedoelde zetting en verandering in grondwaterstanden kan schade aan belendingen ontstaan. Bij het (tijdelijk) onttrekken van grondwater ten behoeve van ondergrondse bouwconstructies dient hier rekening mee gehouden te worden.

Bouwen nabij monument/bouwval

Bij bouwwerkzaamheden nabij een monument of een bouwvallig gebouw of een gebouw dat slecht gefundeerd is moeten vooraf extra maatregelen die het risico op het ontstaan van schade door trillingen verkleinen.

Geluid, gevel geluidwerendheid

De geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige objecten mag bij (vervangende) nieuwbouw niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

Bodemwarmte interferentie zone

Bodemenergiesystemen die op korte afstand van elkaar worden geplaatst kunnen invloed hebben op de temperatuur van de ondergrond bij de 'buur-systemen'. Hierdoor kunnen bodemenergiesystemen die op korte afstand van elkaar (+/-150 m) worden geplaatst, elkaar positief of negatief beïnvloeden Via www.wkotool.nl kunt u de locaties vinden van gesloten bodemenergiesystemen.

Gasleidingen (Gasunie)

Bij bouwwerkzaamheden in de nabijheid van een gasleiding moeten extra bouwkundige maatregelen worden getroffen. In het omgevingsplan zijn daarover regels opgenomen. Zowel in het buitengebied als de woonkernen is dit genoemd als: ‘Leiding – Gasleiding’. In beginsel mogen daar geen gevoelige objecten worden gerealiseerd. Er kan onder voorwaarden worden afgeweken met een omgevingsvergunning, daarvoor moet advies worden ingewonnen bij de leidingbeheerder (Gasunie).

Hoogspanningsmasten

Bij bouwwerkzaamheden in de nabijheid van een hoogspanningsmast moeten extra bouwkundige maatregelen worden getroffen. In het omgevingsplan zijn daarover regels opgenomen, genoemd als: ‘Leiding – Hoogspanningsverbinding’. In beginsel mogen daar geen gevoelige objecten worden gerealiseerd. Er kan onder voorwaarden worden afgeweken met een omgevingsvergunning, daarvoor moet advies worden ingewonnen bij de leidingbeheerder.

Cascobouw

In de praktijk worden veel bouwwerken casco opgeleverd Ingeval van een casco-levering zullen delen van het bouwwerk niet klaar. Wanneer dit delen zijn die op grond van de voorschriften van het Bbl verplicht zijn dan zal een kwaliteitsborger geen verklaring kunnen afgeven bij opleving en is gereedmelding dus niet mogelijk.

Wanneer de opdracht van de kwaliteitsborger niet verder strekt dan de (eind)oplevering, dan zijn er 2 mogelijkheden om alsnog te zorgen voor een verklaring zodat gereedgemeld kan worden:

1. de opdrachtgever kan zelf een aanvullende opdracht aan de kwaliteitsborger geven om de laatste openstaande punten af te ronden;
2. de kwaliteitsborger kan een 'verklaring' afgeven dat het bouwwerk met uitzondering van de cascopunten voldoet. De opdrachtgever kan dan met een eigen kwaliteitsborger de resterende punten afronden. Dit betekent echter wel dat het proces rond de bouwmelding opnieuw doorlopen moet worden.

Gefaseerd of deellevering (seriematige nieuwbouw)

Bij seriematige nieuwbouwprojecten komt het voor dat een deel van de woningen in gebruik wordt genomen voordat het gehele project is opgeleverd. Mocht het gefaseerd in gebruik nemen van woningen voorkomen ontvangt de gemeente bij voorkeur voor iedere fase of bouwblok een bouwmelding en gereedmelding.

Wanneer de initiatiefnemer (aanvrager) kiest voor project-specifieke meldingen, dan is het gevolg dat ingebruikname van de eerste woningen pas bij de afronding van het gehele project kan plaatsvinden. De fasering zou u bij zo’n geval al in de aanvraag omgevingsvergunning omgevingsplan activiteit kunnen vermelden of anders in de bouwmelding.